Hollands Glorie

Hollands Glorie

03-06-2019

Het woord tegel komt van het Latijnse woord ‘tegere’ en betekent bedekken. Tegels worden al eeuwenlang gebruikt om wanden te bedekken tegen vocht en vuil.

Eeuwen geleden was een geglazuurde tegel het enige bouwmateriaal dat een vochtige muur tegen ‘doorslaan’ kon behoeden. Het was in de Gouden Eeuw dan ook een veelgebruikt product in de kelders van de koopmanswoningen in Amsterdam, om de koopwaar te beschermen.

Om effectief te zijn in de vochtige ruimten, werden de tegels zo dicht mogelijk tegen elkaar aan geplaatst. De kalkmortel die werd gebruikt was allesbehalve waterdicht. De tegels werden handmatig zo gesneden dat ze praktisch tegen elkaar aan konden worden verwerkt.

Hoe wordt een tegel gemaakt?

De basis van een tegel is klei. De klei wordt gezuiverd, met water vermengd, gekneed en ontdaan van lucht. De klei wordt opgerold en moeten vervolgens een nacht drogen. De volgende dag zijn deze rollen geschikt om tot tegel verwerkt te worden.

De klei wordt op het plankje gelegd en rondom uitgesneden.

Om te voorkomen dat dan het plankje verschuift, wordt in de hoeken kleine spijkertjes geslagen. Die gaatjes zijn naderhand nog zichtbaar.

Het plankje dat als maat dient is van hout en meet 5,5 duim. Een duim is 25,4mm en afgeleid van de engelse inches. Na het bakken blijft er dan zo ongeveer 13,2×13,2 cm over. Na het invoeren van het metrieke stelsel in 19e eeuw werd het 13x13cm. Zoals we de maat van de Hollandse witjes  van nu kennen…

Oudhollandse witjes

De oorsprong van de klassieke Hollandse witjes ligt bij de Delftsblauw industrie. De kooplieden van de V.O.C. brachten een een geheel nieuw product mee uit China: beschilderd porselein.In Nederland zit echter geen porselein aarde in de grond, maar wel iets dat er op lijkt. De witte klei die in Gouda en Delft te vinden was werd geglazuurd met glazuur dat lijkt op dat van porselein. De Delftsblauw industrie is dus een imitatie van het Chinees porselein. En de tegel is weer een bijproduct van die porseleinbakkers.

De kwaliteitsomschrijving van een Hollands witje werd omschreven als: wit, vlak, zonder putten spikkels en scheuren. Tegels die aan deze norm voldeden, gingen naar de Amsterdamse herenhuizen als eerste keus. Andere tegels (grijzig door teveel hitte of juist rozig door te weinig temperatuur, tegels met kraters of oneffenheden etc.) gingen naar de boeren die de tegels puur praktisch gebruikten, als achtergrond voor een schouw.

Estrik

Naast hout en natuursteen behoort de estrik tot de basis vloerafwerkingen door de eeuwen heen. Een estrik is een uit klei gebakken, geglazuurde vloertegel. De estrik is in allerlei vormen en maten te vinden.

Maar de vierkante estrik is zonder twijfel de meest geproduceerde. Van oudsher in kleine maten als 10×10, maar later als het in de 16 e en 17 e veelvuldig wordt toegepast dan wordt de maat groter tot 21×21 en 22x22cm.

Estriken komen veel voor in effen kleuren als oranje, flessengroen, donkerbruin. Ook zijn er in kerken, abdijen en kloosters veel beschilderde varianten te vinden. Kleurgebruik was dan naar de laatste mode.

De estrik diende vooral tot isolatie  en vochtwering. Hij was makkelijk schoon te houden door de glazuurlaag en hij was onbrandbaar. Dat was natuurlijk in de tijd van de houten contructies geen onbelangrijke factor. Je ziet de estrik dan ook veel in kelders, gangen, keuken en bij de haard.

Tegelhistorie bekijken?

Op veel plekken in Nederland is de tegelhistorie te bewonderen. Zo zijn er nog oude fabrieken te vinden waarin het oude ambacht van het tegels vervaardigen nog  bezichtigd kan worden, maar waar ook bestaande tableaus gerestaureerd worden. De Harlinger Aardewerk en Tegelfabriek is zo’n locatie.

In Otterlo is het Nederlands Tegelmuseum gevestigd. Ook daar vind je Hollands Tegelglorie in al haar facetten.

We nodigen je graag uit om de klassieke tegels te komen bekijken naast onze nieuwe collectie bij Wassink Vloeren en Tegels!